Onderzoeksonderdelen:

Ontwikkelingsanamnese:
De ouders worden uitgenodigd voor een anamnesegesprek (duur van ongeveer 1,5 uur). Voorafgaand aan dit gesprek wordt een uitgebreide anamneselijst opgestuurd welke in het gesprek samen doorgenomen wordt.
Het doel van een anamnese is:

  • zicht krijgen op de problematiek van een kind, jongere en hoe de beleving van de ouders hieromtrent is en hoe ze hiermee omgaan;
  • zicht krijgen op bijzonderheden in de ontwikkeling van een kind of jongere om hiermee eventuele kindfactoren in beeld te kunnen brengen;
  • zicht krijgen op eventuele stressvolle gebeurtenissen in het leven van een kind of jongere welke van invloed zijn op de ontwikkeling om hiermee eventuele omgevingsfactoren in beeld te kunnen brengen;
  • zicht krijgen op de opvoedingsvaardigheden van de ouders.

Sociaal emotioneel onderzoek:
In dit onderzoek is het vooral het doel om zicht te krijgen op: welke gevoelens hij/ zij ervaart ten opzichte van zichzelf of anderen en situaties (emoties), hoe het kind zich gedraagt ten opzichte van zichzelf of anderen en situaties (gedrag) en hoe hij/zij denkt over zichzelf, over anderen en over situaties (denken) Ook wordt in het onderzoek gekeken naar de persoonlijkheidskenmerken zoals temperament en karakter. Kindfactoren en kindeigenschappen worden in beeld gebracht en bekeken wordt op welke manier dit in relatie gebracht kan worden met de klachten en/of problemen. Van belang is om niet alleen te kijken naar de moeilijkheden welke een kind of jongere ervaart maar om zeker ook te kijken naar de krachten van een kind of jongere. Om dit allemaal goed in beeld te brengen wordt gebruik gemaakt van testen, vragenlijsten, gesprekken en spelobservaties. Ook wordt onderzocht welke sociale- en oplossingsvaardigheden een kind of jongere heeft ontwikkeld, in welke ontwikkelingsfase een kind of jongere zit en of het leeftijdadequaat is.
Hoeveel afspraken er voor een sociaal emotioneel onderzoek gemaakt worden is afhankelijk van de problematiek, maar gemiddeld zijn dit zo’n drie afspraken van elk een uur.

Persoonlijkheidsonderzoek:
Dit onderzoek is voor jongeren vanaf 18 jaar en dit onderzoek richt zich op het omschrijven van iemand’s persoonlijkheidsstructuur. De aandacht ligt sterk op het omschrijven van de identiteit, ook wel zelfbeeld en de manier waarop iemand zich verhoudt tot zichzelf en tot anderen. Ieder heeft zijn eigen dieperliggende behoeften en in dit onderzoek wordt onderzocht op welke manier met de eigen behoeften omgegaan wordt. Tevens wordt er in het onderzoek gekeken op welke wijze het leven met alle gebeurtenissen beleefd wordt, evenals de manier waarop de beleving van zichzelf en van anderen wordt ervaren en hoe die met elkaar in verband worden gebracht; is het een passend en kloppend concept of zitten er opvallendheden dan wel moeilijkheden in? Naast de eigen identiteit en ‘ik structuur’ wordt ook in beeld gebracht op welke wijze relaties aangegaan worden, gaat het bijvoorbeeld om diepgaande of oppervlakkige relaties?. Biografische gegevens zijn een belangrijk onderdeel in dit onderzoek en er wordt o.a. geïnformeerd naar vroegere gebeurtenissen, naar het gezin waarin iemand is opgegroeid, de schoolperiode etc.

Hoeveel afspraken er voor een persoonlijkheidsonderzoek gemaakt worden is afhankelijk van de problematiek, maar gemiddeld zijn dit zo’n drie afspraken van elk een uur.

Gezinsonderzoek:
Met een gezinsonderzoek wordt het opvoedingsklimaat van het gezin, waarin een kind of jongere opgroeit, in kaart gebracht. Hiermee wordt inzicht gekregen in eventuele omgevingsfactoren welke invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van een kind of jongere.

Onderdelen van een gezinsonderzoek zijn:

  • Een gezinsanamnese: de ouders worden uitgenodigd voor een gesprek (duur van 1 uur) om het huidige gezin waarin een kind of jongere opgroeit in kaart te brengen; uit welke leden bestaat het gezin, hun leeftijd en geslacht en eventuele specifieke kenmerken.
  • Een gezinsobservatie: het hele gezin wordt uitgenodigd voor een gesprek (duur van 1 uur) om o.a in beeld te brengen hoe de banden onderling zijn, welke rollen en omgangswijzen er zijn en hoe er gecommuniceerd wordt.
  • Persoonlijke anamneses van de ouders: de ouders worden uitgenodigd voor een tweetal gesprekken (een gesprek heeft de duur van 1 uur) om het persoonlijk functioneren van iedere ouder in beeld te brengen; hierbij wordt gekeken naar het opvoedingsklimaat van ieders gezin van herkomst, eigen ervaringen in ieders jeugd en hoe elke ouder zelf opgegroeid is; maar er is ook aandacht voor het huidig functioneren van iedere ouder.
  • Een ouderanamnese: de ouders worden uitgenodigd voor een gesprek (duur van 1 uur) om de manier waarop de ouders samen invulling geven aan het ouderschap, in kaart te brengen.